Het trotseren van de Himalaya

6 juni 2018 - Kathmandu, Nepal

In Nepal hebben we echt gedaan waarvoor je naar Nepal komt: wandelen en genieten van de prachtige natuur. In Kathmandu ontmoetten we Myrza (Sanne haar huisgenootje). Ontzettend leuk om na een lange tijd weer een lief vertrouwd gezicht te zien! We onderhandelen wat raak voor onze laatste trekkingsspullen en na een paar uurtjes slaap vertrekken we om half 4 's nachts met de jeep naar Phaplu. Wat een helse rit, met zijn vieren achterin (waar oprecht plek is voor 3 of misschien 4 kleine Nepalezen, maar abslouut niet 3 grote Nederlanders en een dikke Nepalees). Het voordeel van zijn vieren was dat je iets minder door elkaar geschud werd door alle hobbels en wat minder vaak je hoofd aan het dak stootte. Na 12 uur kwamen we beurs en blauw aan in Phaplu: een paar dagen voor Lukla (de plek waar iedereen heen vliegt op aan de Everest Base Camp Trek (vanaf nu EBC) te beginnen. Wij besloten eerder te beginnen omdat de jeep veel goedkoper was en we nog wat meer van de cultuur mee wilden pakken voor we op de 'toeristische' route kwamen.
We begonnen de dag erna met hiken en de eerste 3 dagen tot Namche Bazhar zijn we telkens de zelfde paar mensen tegen gekomen, heel gezellig eigenlijk! We sliepen in zo een klein mogelijke lodges, zo lokaal mogelijk. Vaak waren de bedden hard en we waren blij als we een dun matrasje hadden! De tweede dag liepen we al fout, achter 2 anderen aan, waardoor we weer helemaal een vallei in moesten en weer helemaal omhoog. Na die dag meer dan 1000m gestegen te hebben, hadden we even geen moed meer, maar na een stevige dal bhat (nepaleense rijstmaaltijd die onbeperkt aangevuld wordt, happy johan), konden we er weer even tegenaan. De slogan van deze trek is niet voor niets: "24 hour Dal Bhat Power, whole trek no shower!"

De eerste lodges waren ontzettend leuk. Klein, blije Nepalezen omdat ze gasten hadden en zelfs een avondje met de Nepalezen gekaart. Die cultuur klopte dus wel!
In Namche aangekomen, voelde het alsof de trek echt ging beginnen. We gingen de hoogte in, zagen voor het eerst besneeuwde toppen en alle mensen van Lukla waren nu ook op de trek. Het viel ons op hoe groot percentage van de mensen een drager en gids bij zich hadden en hoe weinig mensen dus hun eigen baggage tilden. Elke keer als we dat zagen, voelden we ons best wel stoer, met ons eigen kleding en eten en zonder gids (wat ook echt niet nodig was). Als er vervolgens een drager voorbij kwam lopen met 30 kg op zijn rug of meerdere matrassen (wat hij met name met zijn hoofd droeg) dan voelden we ons een echte toerist die dacht dat die goed bezig was, maar wat allemaal dus wel mee viel en zeer relatief was.

Namche zelf was een ontzettend leuke en drukke ministad. Genoten van een chocoladetaartje hier, nog een paar wandelstokken gekocht, omdat dat toch echt wel heel prettig was op zware stukken en de verhalen aangehoord van mensen die net terug waren. Over 2 weken zitten wij hier ook zo, als alles goed gaat, denk je dan.
Inmiddels op 3400 m hoogte, lieten we de groene vlaktes en bossen steeds verder achter ons en dit maakte plaats voor een veel ruiger steenlandschap. De horde ezels maakte plaats voor horde yaks, waarbij je bij beiden op moest passen om niet van de berg afgegooid te worden. Soms was het echt een strijd om ze voor te blijven. Dan gingen we water drinken en hoorden we de bellen om de nekken. "Yaks!" Dan moesten we snel onze tas over de rug hangen en doorlopen, want als je er achter kwam, kwam je er niet meer voorbij. Vanaf ongeveer 4000m liepen we echt door valleien met allemaal besneeuwde bergtoppen om ons heen, zo mooi! Dat is echt genieten. Het werd helaas ook 's nachts kouder, waardoor ons thermo, fleeze en jas aangehouden werden in de slaapzak met het deken eroverheen. De prijzen voor het eten werden hoger, maar gelukkig konden we nog steeds gratis slapen als we er avondeten en ontbijt aten. Wij hadden beiden de mazzel dat we totaal geen last hadden van de hoogte, maar Myrza had minder geluk. Met wat hoofdpijn lukte nog wel, maar toen het niet meer minder werd besloten we dan ze beter extra kon acclimatiseren. Er waren 2 routes. Myrza nam de ene, waarbij ze meer acclimatisatie had terwijl wij besloten om een pas, de Kong Ma La, over te gaan. In een dorp voor de pas (Chukung) hebben we een extra nacht overnacht zodat we beter aan de hoogte gewend waren. Een 'rustdag' dus, waar we alsnog een piek van 5500m hebben beklommen met 2 andere Nederlanders en een Chinees. Heerlijk om even zonder je hele bepakking te lopen, maar pff wat weinig zuurstof hier! Na elke zoveel stappen moet je even op adem komen, alsof je net 10km hebt hardgelopen. Daarnaast kregen ook wij hier voor het eerst lichte hoofdpijn, maar paracetamol hielp, dus mochten we door! Die avond sneeuwde het ontzettend hard en we waren een beetje bang dat we de pas niet overkonden de volgende dag. Gelukkig kon dat wel en gingen we om 5.30 uur op pad met zijn 5en. We waren blij dat we niet de eerste waren, waardoor anderen het pad voor ons door de sneeuw getrokken hadden. Het is zo mooi om door het sneeuwlandschap met de hoge bergen naast je te lopen. We prezen onszelf erg gelukkig dat we dit mochten doen. Johan kwam hier achter zijn angst voor kleine paadjes met sneeuw en een afgrondje ernaast, die hij meerdere malen heeft moeten overwinnen. Telkens dachten we: daar is de pas! En telkens was er een nieuwe heuvel, tot we aan de voet van de pas stonden en nog 200m stijl omhoog moesten klauteren. Dat is niet niets met zo weinig zuurstof. Eenmaal buiten adem bovenop, waren we zo voldaan en werden we beloond met een prachtig 360 graden uitzicht op alle pieken. En dat met een helder blauwe lucht! Ook beloonden we onszelf met een snicker: een kleine voor elke dag (het geluksmoment van de dag). Maar we waren er nog niet en moesten nog naar beneden. Na een lange afdaling dachten we er te zijn, maar aan de rand begon een gletsjerdal. Dit is niet het mooie blauwe ijs, maar eigenlijk allemaal heuvels met losse stenen en daaronder zit de gletsjer. Dus op en neer over al deze stenen kostte het ons nog 2 uur om de laatste kilometer over te steken, ontzettend zwaar. Al uitrustend op de rand zien we Myrza aan komen lopen, die even naar die helse gletsjer kwam kijken. Wat een timing en we waren weer met zijn allen, wel zo fijn en gezellig! De gidsen hadden haar verteld dat we het nooit gingen halen door de sneeuwval en dat maakte ona wel extra trots.
De volgende dag was het al tijd voor de EBC, eerst naar de hooste slaapplek (5100m) om ons tassen neer te zetten en toen door naar base camp. Doordat er nog 3 uur heen en 3 uur terug voor stond en we al een aantal uren hadden gelopen, zagen we er wat tegenop, maar de weg bleek niet zo veel stijging te hebben en na 2 uur bereikten we het kamp. Johan had hier ontzettende hoofdpijn, dus hij is bij de ingang blijven zitten met wat ORS (zoutoplossing tegen uitdroging) wat hem wel opknapte. Ondertussen zijn Myrza en Sanne het kamp gaan ontdekken. Bijzonder om alle tentjes te zien met mensen die echt de Everest gaan beklimmen. Verder is base camp niet zo bijzonder en je kan de everest er niet eens zien. 5100m slaapt erg onrustig en het was nog niet eens klaar met het klimmen.
De volgende ochtend zijn we om 4.15 in het donker op pad gegaan naar Kalapatar, een piek van 5550m. Terwijl je een sterrenhemel boven je hebt, al je kleren aan hebt omdat het zo koud is en achter je allemaal lichtjes van hoofdlampjes ziet, besef je je wel dat het bijzonder is wat je aan het doen bent. Na een hele stevige klim van zo een 2,5 uur stonden we op de top. Dit voelde pas als een echte overwinning! We hadden hard doorgelopen, omdat we al een oranje gloed boven de bergen uitzagen, maar het duurde op de top nog een half uur voor de zon daadwerkelijk boven de everest uitkwam. Brrr, zo koud! We zijn echt 5 min voor de zon echt doorkwam afgedaald, zonde! Maar het was alsnog prachtig.
De twee dagen erna zijn we over een klein weggetje langs de berg afgedaald naar onze volgende pas: de Cho La. Het perfecte aan deze passen was dat je en prachtige natuur zag en de horde van tourgroepen ontloopt, want die gaan alleen naar de basecamp en terug.
Op de dag van de pas voelde Sanne zich niet lekker en ontzettend aan de hoest, wat geen pretje is als er al zuurstoftekort is. Ze had het daardoor zeer zwaar om omhoog te komen, hoewel de omgeving weer adembenemend mooi was door de sneeuwvlaktes. Ook hier was er weer een stevige klim voor we de top bereikten. Johan werd op de proef gesteld met naar beneden gaan, waar het kleine paadje vol ijs langs de afgrond, toch wel erg angtswekkend was. Het fijne was dat we wisten dat we vanaf dit punt alleen maar naar beneden hoefden, een heel goed vooruitzicht en met de stap kregen we meer zuurstof binnen.
De dagen erna waren voor Sanne het zwaarst, in half zieke toestand.
In Namche was het heel leuk om terug te komen na zo een trek, in een gezellig cafeetje te kunnen zitten en te weten dat je nog maar 1 dagje hoeft te wandelen. We boekten hier onze vlucht vanaf Lukla naar Kathmandu en daar hebben we zo een mazzel mee gehad! Toen we in Lukla aankwamen, hoorden we dat de afgelopen 4 dagen geen vluchten waren gegaan vanwege het weer. Deze mensen moesten 4 dagen wachten. Onze vlucht ging echter zonder problemen en dat terwijl we hem 2 dagen van te voren geboekt hadden! Het vliegveldje was echt heel kort en schuin naar beneden, behoorlijk spannend. De turbulentie in de lucht was afschuwelijk, maar het uitzicht prachtig!
Het mooiste aan de tocht waren wel echt de uitzichten op de passen en het met zijn drieën op Kalapatar staan. Het meest frustrerende was een avond in een lodge met een tourgroep, die aan het klagen waren dat ze het eten niet opkonden terwijl wij echt continue knagende honger hadden. Ze lieten zelfs appeltaart staan en we konden ons ogen er niet af houden. Gelukkig mochten we een stukje. Zooo genieten!

In Kathmandu aangekomen genoten we van de luxe van een stad: al het eten was goedkoop (we hebben echt zo veel gegeten en we hadden gewoon echt continue nog trek, alsof alles even aangevuld moest worden), de douche was echt geweldig na 3 weken zonder douche (6 euro voor een warme douche vonden we het niet waard en koud is echt te koud op die hoogte), een goed bed was genieten en niet te hoeven lopen ook.

Vervolgens begon het volgende avontuur in Nepal: het Anna Purna Circuit (voortaam APC) met Sanne haar ouders. Het was even gek om ze na 8 maanden in ons hosteltje in Kathmandu te ontvangen, maar ook heel vanouds. Gelukkig wisten wij inmiddels de goede restaurantjes en konden wij hun helpen met wat ze nog moesten halen. Het was nog even spannend, omdat hun tas niet aangekomen was, maar toen die wel aankwam was het een hele lekkere tas: dropjes, stroopwafels, bruin brood en kaas! Hmmm. Jammer genoeg heeft Johan de kaas in de koelkast laten liggen, stom stom stom. In Pokhara de overige spullen achtergelaten en de jeep genomen naar Tal, wat een rit! Nog hobbbeliger dan naar Phaplu, soms waren we bang dat die om zou gaan. Gelukkig was het minder lang. Marit liep een voedselvergiftiging op en begon de trek dus niet zo lekker, maar die heeft knap doorgezet. Voor ons voelde de trek vrij luxe: brede paden, goedkoop eten (doordat het beter bereikbaar was), gratis telefoon opladen en nog lange tijd een warme douche! De omgeving was mooi, maar niet zo mooi als de Everest Trek. Omdat Marit en Vincent zo genoten van de bergen, genoten wij ook meer en we hebben veel spelletjes gespeeld! De dag van de pas moesten we weer vroeg op. Veel sneeuwvlakten en bergen achter bergen. Hoewel wij net als bij de andere passen een stevige klim verwachtten, zagen we daar op een berg toch de gekleurde Nepaleense vlaggetjes! Marit en Vincent waren zo blij en opgelucht, mooi om te zien en wij hadden een echte Mars mee als beloning. De tocht ging nog even een flink stijl stuk door naar beneden. Toch maar gewoon gedaan paps en mams!
Hoewel veel mensen vanaf daar de bus namen, besloten wij nog een dag verder te lopen en hoe! Er was echt zo veel wind in de vallei dat we continue bezandstraald werden en ons gezicht moesten beschermen tegen het zand. Het was daadwerkelijk of we door een woestijn liepen met een windstorm. Wat een ervaring!
De bus terug naar Pokhara was ook een ervaring op zich, het zou 7 uur duren, maar wij hebben er 14 uur over gedaan. De weg werd om sommige plekken letterlijk voor ons aangelegd, waardoor we uren moesten wachten op een steen. Sorry pap en mam dat we jullie de bus hebben laten nemen i.p.v. het vliegtuig;)
In Pokhara zat ons een heerlijk resort te wachten waar Vincent en Marit ons mee naar toe hebben genomen. Een zwembadje, stortdouche en een normaal matras, dat was voor ons eigenlijk 9 maanden geleden. We hebben echt genoten met zijn vieren.
Het was dan ook wel weer een overgang van die paar daagjes naar het backpackwereldje. We namen de bus naar Tansen: een oud Nepaleens stadje, met ontzettend stijle wegen. In de local bus ernaartoe kwamen we in gesprek met een Nepaleense arts die ons de prijzen van de bus en het groente en fruit vertelden. Dan weet je weer hoeveel je normaal wordt opgelicht.

We wilden van Tansen naar Lumbini gaan, de geboorteplaats van Boedha, maar er was een staking, waardoor er geen bussen in Nepal gingen. We beloten te liften, maar dat is niet zo makkelijk in een land met vooral scooters. Na een uur werden we meegenomen, maar op een gegeven moment deelde hij mee dat we moesten betalen. 15 euro tot hier, of 25 als hij ons maar Lumbini zou brengen (waar hij sowieso heen zou gaan). Dit zijn absurde prijzen t.o.v. de 2 euro voor de bus en een andere vent hadden we hem al 3 euro zien geven. Toen we hem daarop wezen gaf hij er 5 euro bij (die hij natuurlijk terugkreeg toen wij uitstapten). Hij had onze baggage echter in de achterbak achter slot en grendel, dus na een heftige discussie hebben we toch maar betaald en zijn we uitgestapt. Op zoek naar een nieuwe lift liepen we naar een grote weg, maar helaas was het eenrichtingsverkeer. We waren er echt even helemaal klaar mee en waren doorweekt van het zweet in 35 graden. Toch maar naar een andere weg gelopen, want nu wilden we naar Lumbini ook. Daar werden we gelukkig gelijk meegenomen door 2 Thaise monniken met airco in de auto!
Lumbini is een groot park met uit 40 verschillende landen een uniek looster. Bijzonder om te zien hoe verschillend de stijlen zijn. We vonden het ook mooi om de boom te zien waar Boedha onder gemediteerd heeft voor hij Boedha werd. Nu zaten er heel veel andere monniken hetzelfde te doen.

Het park hebben we op de fiets ontdekt en blijkbaar was er een strook waar geen fietsen mochten komen, maar er stond geen bordje. We wilden er overheen fietsen toen er heftig naar ons gefloten werd: oke niet fietsen, dan lopen we. Maar het fluitje werd steeds heftiger. Oke dat mag blijkbaar ook niet. Mag de fiets de grond niet aanraken, want het Boedhisten hebben bepaalde heilige gebieden? Johan bedacht de fiets op de tillen, maar de agent werd echt kwaad, hij legde ons alleen niets uit dua dat werd een kwartier omfietsen!
Verder was Lumbini niet zo bijzonder en echt ontzettend heet. Zeker omdat de stroom telkens uitviel en daarmee ook de ventilator...
We zijn dus snel weer terug gegaan naar Pokhara, wat een beetje voelde als thuiskomen. Johan kreeg hier koorts en aangezien we veel in Malaria gebieden zijn geweest hebben we toch maar even een ziekenhuis opgezocht die heel wat bloed onderzoek heeft gedaan, maar gelukkig niets aan de hand. Ze wilden hem opnemen ter observatie een nacht (uhum, ze wilden geld verdienen), maar wij vonden dat we zelf ook wel de temperatuur bij konden houden. (het gaat nu weer helemaal goed).
Ondertussen is Sanne een dagje gaan mountainbiken, maar een verkeerde weg zorgde er meer voor dat het een dag lopen door het oerwoud, de fiets duwend of dragend was.
Toen Johan wat beter was, hebben we een movie-garden opgezocht, een super mooi aangekleede tuin met allemaal lichtjes waar een film gedraaid werd. Een hele toffe avond!
Op weg naar Kathmandu zijn we gestopt in Bandipur, een schattig gekleurd dorp en heerlijk rustig, omdat er geen motoren mogen komen. Genoten van dit kleurrijke Nepaleense leven en een uitzicht over de rijstvelden en in de verte de toppen van de himalaya. Sanne heeft nog gewandeld naar een dorpje met vele kippen, geiten en biggen, vrouwen met prachtig gekleurde doeken op hun hoofden, vele maïsbalen en kleine houten huisjes. Het echte Nepalese dorpleven! Na een hectische laatste week in Kathmandu vertrekken we naar Bali, Indonesië. Na 10 maanden samen op reis scheiden hier onze wegen. We zullen allebei nooit vergeten wat een toptijd we samen hebben gehad en wat voor een geweldige avonturen we samen beleefd hebben! Bedankt voor alle lieve reacties op onze reisverhalen!

Foto’s

6 Reacties

  1. Jan en Janneke:
    6 juni 2018
    Wat een avonturen weer. En wat leuk dat Marit en Vincent zijn geweest, we hebben van hun alle verhalen al gehoord. Helemaal top! Wel jammer om te lezen dat jullie apart verder gaan, dat lijkt ons heel heftig toe na al die maanden.
    We hopen dat jullie toch nog fijne laatste weken hebben op Bali (en Java toch nog?).
    Veel liefs,
    Jan en Janneke
  2. Marieke Wolfsen:
    6 juni 2018
    Wat mooi en indrukwekkend om jullie avonturen te lezen. En wat leuk om Marit en Vincent op zo’n prachtige plek te ontmoeten.
  3. Marit Jorna:
    6 juni 2018
    Lieve twee het was een on-vergetelijke reis samen. Het moment dat we de top bereikten vergeet ik niet meer.!!! Ook al gaan jullie apart verder, jullie reis met prachtige herinneringen neemt niemand jullie meer af. Dikke knuffel en energie om de knop om te zetten voor Bali, lombok en Java. Mama
  4. Ronald:
    6 juni 2018
    Mooie belevenissen. Geniet de komende tijd nog van Indonesië!
  5. Peter de Vries concierge Stad en Esch:
    7 juni 2018
    Respect Sanne wat een tocht lijkt me super om mee te maken maar ook erg zwaar, leuk om jullie reis zo mee te beleven. Nog veel reis geluk gewenst! het ga je goed Peter
  6. Frans De Keijzer:
    7 juni 2018
    Prachtig om weer te lezen. Wat indrukwekkende reis.
    Hoewel jullie wegen zich scheiden wensen wij jullie nog mooie weken in Indonesië .
    Liefs, frans en Ina
    Ps wij vertrekken morgen voor onze "reis" naar Frankrijk. Reken niet op een reisverslag hoor😉